Microbioom

Het Microbioom


De algemene gezondheid van de mens staat naast de relatie met het viscerale vet ook in directe relatie met de gezondheid van de darmen, het microbioom en de voeding. In en op ons lichaam bevinden zich veel micro-organismen, zoals bacteriën, virussen en gisten. Gezamenlijk worden deze micro-organismen het microbioom genoemd. In de darm spreekt men ook wel van darmflora. Dat is een wat verouderde term. De term microbioom wordt ook gebruikt voor de totale set aan genen die deze micro-organismen gezamenlijk hebben. Zonder ons microbioom kunnen we niet leven. Het microbioom speelt een belangrijke rol in het afbreken van stoffen die onze cellen niet kunnen afbreken. Voorbeelden hiervan zijn kraakbeen en voedingsvezels.

 

De samenstelling van ons microbioom zal met name de balans van ons immuun systeem bepalen, maar het heeft nog veel meer functies, zoals de vertering van voedsel/vezels en productie van essentiële vitamines (vitamine K). Er wordt geschat dat het microbioom van de mens uit 100 miljard bacteriële cellen bestaat. Dat is ongeveer 3 keer zoveel als de hoeveelheid menselijke cellen waaruit ons lichaam bestaat. Deze hoeveelheid zit voornamelijk in onze darmen, die qua oppervlakte zo’n 200 m2 beslaat. En ook totaal 70 procent van ons immuun systeem zit georganiseerd rondom het darmoppervlak en staat zo in direct contact met de voeding we tot ons nemen en alle bacteriën die we bij ons dragen.

Het microbioom wordt dus mede gereguleerd door het type voedsel, de hoeveelheid van wat we eten en drinken als ook door de frequentie van eten. Verstoringen van de balans van dit microbioom blijken grote problemen te kunnen veroorzaken in de gezondheid. Veelal op het gebied van auto-immuun ziektes, allergieën, malabsorptie en hersenfunctie stoornissen.

 

De vertering in de mond begint door de aanmaak van speeksel en het kauwproces. Vervolgens passeert de voedselbrij de maag en het maagsap. Dan komt het in de darmen terecht. En uiteindelijk komen de voedingsstoffen in het bloed of de feces (ontlasting) terecht.

Verteringsenzymen vanuit de alvleesklier komen terecht in de darm, samen met de gal uit de galblaas (en lever) om het verteringsproces af te maken met hulp van de darmflora (microbioom). De verteerde voedingsstoffen kunnen vervolgens door de darmwand heen in het bloed worden opgenomen. Zo zou het verteringsproces behoren te verlopen. Bij veel mensen gaat dit vaak niet goed met als gevolg onvolledig verteerde voedingsstoffen en toxinevorming. Deze kunnen onder andere voor gasvorming, buikpijn en onregelmatige stoelgang zorgen.

Ook kan de darmwand beschadigen en het met malabsorptie (opname stoornissen) gaan optreden.

Dat betekent in het geval van een “lekkende darm syndroom” een verhoogde doorlaatbaarheid van de darm waarbij de barrièrefunctie verslechtert. Hierdoor kunnen stoffen zoals toxines en niet volledig verteerde eiwitten en micro-organismen (bacteriën) in de bloedbaan komen. Deze stoffen kunnen lichaamsprocessen op alle niveaus verstoren, het immuunsysteem activeren waardoor de ontstekingsactiviteit in het lichaam verhoogd wordt en bijvoorbeeld auto-immuun ziektes kunnen ontstaan.

Ziekten in deze categorie zijn onder andere lupus, alopecia areata, reumatoïde artritis, polymyalgia rheumatica, multiple sclerose, fibromyalgie, chronisch vermoeidheidssyndroom, syndroom van Sjogren, vitiligo, thyroiditis, vasculitis, ziekte van Crohn, colitis ulcerosa, urticaria (netelroos). Diverse allergieën zouden ook een relatie hebben met dit verstoorde proces.

 

In het geval van malabsorptie kan het lekkende darmsyndroom een lange lijst van mineraaltekorten veroorzaken omdat de verschillende dragereiwitten die aanwezig zijn in het maagdarmkanaal en die nodig zijn om mineralen van de darm naar het bloed te transporteren, worden beschadigd door het ontstekingsproces.

Magnesiumgebrek (laag magnesiumgehalte in de rode bloedcellen) is bijvoorbeeld een veel voorkomende bevinding in aandoeningen zoals fibromyalgie ondanks een hoge magnesiuminname via het dieet en suppletie. Als het dragereiwit voor magnesium beschadigd is, ontwikkelt zich magnesiumtekort als gevolg van malabsorptie. Spierpijn en spasmen kunnen hierdoor optreden. Evenzo kan een tekort aan zink als gevolg van malabsorptie leiden tot haarverlies of kaalheid zoals optreedt bij alopecia areata.

Kopertekort kan op een identieke manier optreden, wat leidt tot een hoog cholesterolgehalte in het bloed en artrose.

Ook ijzer, foliumzuur deficiënties en vitamine absorptie stoornissen zoals vitamine B12 (dit is de meest voorkomende deficiëntie, 6 tot 20 % in de westerse landen ook door deze malabsorptie) en vitamine D deficiëntie kunnen optreden.

Verder kunnen botproblemen als gevolg van de slechte absorptie van calcium, boor, silicium en mangaan optreden.

 

Er is ook wetenschappelijk bewijs voor de relatie tussen de achteruitgang in hersenfuncties (geheugen en cognitie) en de hoeveelheid ontstekingsmediatoren in je bloed bij een verstoord microbioom als oorzakelijk agens. En dit ziekteproces blijkt zelfs al op jonge leeftijd te kunnen optreden. Ook depressiviteit, dementie, autisme, ADHD achtige ziektes en migraine hebben hier een aanknopingspunt.

Wetenschappers realiseren zich dat ons microbioom een uniek aangrijpingspunt biedt om ziekten te voorkomen en te bestrijden. Er zijn recent meerdere ontlasting transplantaties geweest, waarbij bacteriën van een gezond persoon worden getransplanteerd naar een patiënt om zo een aandoening te behandelen. Er wordt veel onderzoek gedaan naar de verschillen in samenstelling van het microbioom in gezonde individuen en in patiënten. Op basis hiervan wordt een ‘bacterieel profiel’ van patiëntengroepen gemaakt. Dit blijft een uitdaging aangezien sommige bacteriën heel moeilijk zijn om op te sporen.

Er komt dan ook steeds meer onderzoek naar darm lekkage en het microbioom op gang. Zo zijn er diverse onderzoeken gaande met probiotica en/of fecale microbiotische transplantaties bij de hiervoor genoemde ziekten met veelbelovende resultaten, zelfs bij bijvoorbeeld autisme en ADHD.

 

In Israël  in het Weizmann Instituut te Tel Aviv kunnen ze zelfs aan de hand van een analyse van het microbioom een voedingsadvies geven om stabielere bloedglucose spiegels te verkrijgen. Iedereen blijkt namelijk verschillend te reageren op aanbod van koolhydraten in de darm als gevolg van microbioom (genoom) variaties (the personalized nutrition project, Eran Segal). Tevens komt vanuit dat instituut een nieuwe mogelijkheid naar voren om specifieke behandelingen van ziektes via het microbioom uit te voeren op basis van de door deze bacteriën in de darm specifiek geproduceerde metabolieten, die effect hebben op de darmwand, het immuunsysteem en de bloedsomloop. Geen pillen meer maar probiotica als behandeling.  Zeer interessant en veelbelovend.

 

De darm-hersen relatie is op dit moment ook een groeiend onderwerp van research. Er bestaat een directe twee richting interactie tussen de hersenen en de darmen, die van veel groter belang is dan ooit bedacht. Zo kunnen we door onze gemoedstoestand de darmactiviteit ,maar ook ons microbioom enorm beïnvloeden. Vice versa kan de toestand van het microbioom in onze darmen en wat we eten onze mentale toestand wijzigen.

 

Wat we momenteel in ieder geval zeker weten is dat we met:

-          (intermitterend) vasten

-          viscerale vet reductie

-          veel vezelrijk voedsel eten

-          minder “slechte” koolhydraten en gluten

-          minder suiker en geen chemische zoetstoffen

-          het beperken van antibiotica gebruik

-          meer biologisch onbespoten voedsel

deze belangrijke verstoringen in de darm als motor van diverse aandoeningen een halt kunnen toeroepen.

Doordat ons eten meestal met van alles wordt bespoten en behandeld voor wij het op ons bord hebben zal dat ook allemaal in ons darmstelsel terecht komen en de gevolgen zijn schadelijk voor het belangrijke microbiologische leven in onze darmen. Dus zo redenerend zijn er zeker goede overwegingen om over te gaan op biologisch voedsel.