Koolhydraat arm-glutenvrij

Beperk de slechte "snelle” koolhydraten en suikers

Overmatige intake van koolhydraten is de grote oorzaak is van de huidige epidemie van overgewicht, vetzucht en het metabole syndroom met hart-en vaatziektes, diabetes 2, lever en nierproblemen, infertiliteit en dementie als resultaat.
Koolhydraten zijn eigenlijk pas sinds de agrarische revolutie van 12000 jaar geleden op grotere schaal in ons dieet gekomen. De duizenden jaren daarvoor gebruikten we deze stoffen veel minder. We aten met name dierlijke vetten, vis, eieren, fruit, groente, wortels, zaden, noten en peulvruchten, tegenwoordig ook wel paleo of oer-dieet genoemd. In Europa geschiedde de cerealisatie, het proces waarbij graan het belangrijkste gewas werd om voedingsmiddelen zoals brood mee te maken, geleidelijk in de vroege middeleeuwen. Sinds de jaren 70 van de vorige eeuw is de overvloed aan zoete lekkernijen en tussendoortjes in toenemende mate ook nog bij ons dieet erbij gekomen, net zoals de fastfood cultuur. De epidemie van obesitas loopt volledig parallel met dit fenomeen, net als al de vele degeneratieve ziekten.
Ieder mens heeft tot op zekere hoogte een fysiologische intolerantie, dan wel sensitiviteit voor veel graanproducten. Het eiwit bestanddeel van tarweproducten, gluten (bestaande uit een mix van de eiwitten gliadine en glutenine) schijnt namelijk mede de oorzaak te zijn van veel (auto immuun) ontstekingsziektes en malabsorpties. Er zal een ontstekingsproces in de darm op gang kan komen met een verhoogde doorlaatbaarheid van de darmwand als reactie, het “lekkende darm syndroom”. Diverse ontstekingsmediatoren (vrije radicalen) komen zo via de darmen in de bloedbaan terecht met als gevolg een (auto) immuun respons. De ziekte coeliakie is dan wel bekend van de echte gluten allergie, met veel ziekteverschijnselen en darmverschijnselen tot gevolg, maar dat bijna 30% van de wereld bevolking deze gluten-sensitiviteit heeft met ook uiteenlopende ziekte verschijnselen is nog onbekend.
Microbioom
De algemene gezondheid van de mens staat in directe relatie met de gezondheid van de darmen, het microbioom en de voeding. In en op ons lichaam bevinden zich veel micro-organismen, zoals bacteriën, virussen en gisten. Gezamenlijk worden deze micro-organismen het microbioom genoemd. In de darm spreekt men ook wel van darmflora. Dat is een wat verouderde term. De term microbioom wordt ook gebruikt voor de totale set aan genen die deze micro-organismen gezamenlijk hebben.
De samenstelling van ons microbioom zal de balans van ons immuun systeem bepalen, maar het heeft nog veel meer functies, zoals de vertering van voedsel/vezels en productie van essentiële vitamines. Er wordt geschat dat het microbioom van de mens uit 100 miljard bacteriële cellen bestaat. Dat is ongeveer 3 keer zoveel als de hoeveelheid menselijke cellen waaruit ons lichaam bestaat. Deze hoeveelheid zit voornamelijk in onze darmen, die qua oppervlakte zo’n 200 m2 beslaat. 70% procent van ons immuun systeem zit georganiseerd rondom het darm oppervlak en staat zo in direct contact met de voeding we tot ons nemen en alle bacteriën die we bij ons dragen.
Het microbioom wordt gereguleerd door het type voedsel dat we eten en drinken als ook door de frequentie van eten. Bij intermitterend vasten ontstaat er duidelijk minder darmlekkage als ook minder activatie van auto-immuun ontstekingsprocessen.
Ook is er wetenschappelijk bewijs voor de relatie tussen de achteruitgang in hersenfuncties (geheugen en cognitie) en de hoeveelheid ontstekingsmediatoren in je bloed bij een verstoord microbioom als oorzakelijk agens. En dit ziekteproces blijkt al op jonge leeftijd te kunnen beginnen.
Er blijken steeds meer andere ziekten in verband te worden gebracht met microbioom verstoringen al of niet in combinatie met een vorm van gluten-sensitiviteit, zoals Multiple Sclerose, Alzheimer, Parkinson, chronische depressiviteit, ALS, Reumatoïde artritis, spastisch darmsyndroom, chronische darm ontstekingen, ijzer , calcium en foliumzuur deficiënties, vitamine absorptie stoornissen zoals vitamine B12 (deze is meest voorkomende deficiëntie, 6 tot 20 % in de westerse landen agv malabsorptie) en vitamine D deficiëntie, lactose intolerantie, vitiligo, migraine, autisme, ADHD en allergieën.
Er wordt dan ook steeds meer onderzoek naar darm lekkage en het microbioom gedaan. Zo zijn er diverse onderzoeken gaande met probiotica en/of fecale microbiotische transplantaties bij de hiervoor genoemde ziekten (recent onderzoeken laten veelbelovende resultaten zien, zelfs bij bijvoorbeeld autisme en ADHD).
In Israël (Weizmann Instituut in Tel Aviv) kunnen ze zelfs aan de hand van een analyse van het microbioom een voedingsadvies geven om stabielere bloedglucose spiegels te verkrijgen. Iedereen blijkt namelijk verschillend te reageren op aanbod van koolhydraten in de darm als gevolg van microbioom (genoom) variaties (the personalized nutrition project, Eran Segal). Tevens komt vanuit dat instituut een nieuwe mogelijkheid naar voren om specifieke behandelingen van ziektes via het microbioom uit te voeren op basis van de door deze bacteriën in de darm specifiek geproduceerde metabolieten, die effect hebben op de darmwand, het immuunsysteem en de bloedsomloop.
De brein-darm as is op dit moment een groeiend onderwerp van research; Er bestaat een directe interactie tussen de hersenen en de darmen, die van veel groter belang is dan ooit bedacht.
emphasizes the importance not only of how our mood, behaviors like our activity level and what we eat and drink, and mindset can impact the collection of microbes that colonize the human body but how our microbiome can in turn impact the brain.

Wat we momenteel al zeker weten is dat we met intermitterend vasten, gewichtsreductie, minder “slechte” koolhydraten (geen gluten) en meer biologisch onbespoten voedsel deze verstoringen in de darm als motor van diverse aandoeningen een halt kunnen toeroepen. Doordat ons eten met van alles wordt bespoten en behandeld voor wij het op ons bord hebben zal dat ook allemaal in ons darmstelsel terecht komen en de gevolgen zijn schadelijk voor het belangrijke microbiologische leven in onze darmen. Dus zo redenerend zijn er zeker goede overwegingen om over te gaan op biologisch voedsel.
Advies: beperk de “slechte” koolhydraten intake en vermijd gluten producten zoveel als mogelijk:
Goede koolhydraten: Groente, fruit, peulvruchten, noten, zaden en sommige granen
Slechte koolhydraten: Brood, suiker, bier, meel/bloem/deegproducten zoals pasta, pizzabodem, koek, etc.
Er kan onderscheid worden gemaakt tussen glutenbevattende granen en granen/grassen zonder gluten. Haver is een speciaal geval, dit is van nature glutenvrij maar door contaminatie (kruisbesmetting met gluten) tijdens de productie kunnen patiënten met coeliakie dit vaak niet eten. Er is echter nu gegarandeerd glutenvrije haver in de handel. Andere grassen worden soms ook tot graan gerekend en zijn van nature glutenvrij.
Glutenbevattende granen zijn onder andere: gerst, rogge, tarwesoorten zoals:
o spelt, emmertarwe en eenkoorn zijn voorlopers van latere tarwesoorten.
o durumtarwe, harde tarwe of macaronitarwe
o gewone tarwe, broodtarwe.
o khorasantarwe (geregistreerd handelsmerk: kamut), een in Egypte herontdekte tarwevariëteit.
De volgende granen bevatten weliswaar gluten, maar veroorzaken geen coeliakie: mais, rijst, teff. Met name volkoren rijst is een goede bron voor de belangrijke vezels.
Glutenvrije granen (gliadinevrij en gluteninevrij) zijn: gierst en sorghum
Niet-granen zoals wilde rijst, boekweit, quinoa, amaranth, sojabonen en zonnebloempitten bevatten helemaal geen gluten. Ook bonen en aardappelen zijn glutenvrij en dus meer veilig te gebruiken als bron voor koolhydraten.